Ik word er blij van als Loes blij wordt dat ik kom
Het verhaal van Loes & Judith
Ze is gezond, gelukkig met haar man en heeft veel contact met haar kinderen, kleinkinderen en de mensen om haar heen. Maar Judith (78) beseft ook dat er veel mensen zijn die het minder goed hebben. “Ik wilde kijken of ik iets leuks en nuttigs kon doen voor anderen. Nu ga ik elke week langs bij Loes. Zij heeft dementie.”
Ze leerde Loes kennen via Handjehelpen. “Ik kwam een advertentie tegen. Ik vond de naam zo sympathiek en heb gebeld.” De eerste ontmoeting met Loes (84) zal Judith niet snel vergeten. Loes: “Ik was nogal achterdochtig. Ik wist niet wat je van me wilde.” Judith: “Inderdaad. De deur stond op een kiertje. Ze vroeg wat ik kwam doen. Ze had haar buik vol van alle mensen die haar wilden helpen. Toen ik vertelde dat ik alleen maar voor de gezelligheid kwam, mocht ik binnenkomen. Ik liet haar duidelijk weten dat ik er was voor haar én mijn plezier. Ik stelde voor iets te doen wat we allebei leuk vinden. We wandelen en gaan vaak samen naar het terras.”
De twee wonen dicht bij elkaar in de buurt. Binnen een kwartier lopen ze naar elkaar toe. Judith: “Als ik langskom, opent ze blij de deur en dan gaan we lekker koffiedrinken. We kletsen over van alles. De ene keer hebben we het over de politiek, dan weer over een boek of ik vertel iets over mijn kleinkinderen. Dat is juist zo leuk. Ik praat meer met haar dan met mijn eigen vriendinnen.” Loes: “Ik vind het steeds leuker en gezelliger dat ze er is.” Judith: “Ja, het gaat heel natuurlijk.”
Judith betekent inmiddels een heleboel voor Loes. “Ik ben erg blij met haar. Mijn wereld wordt steeds kleiner. Ik kan niet meer sporten en fietsen. Ik deed aan yoga en ging daarna nog weleens koffie drinken. Maar die contacten ben ik kwijtgeraakt. Dan wordt het wel stil. Soms viel het me op dat ik al dagen met niemand had gesproken. Dat overkwam me eerder niet. Daarom vind ik het fijn dat Judith geregeld komt. Ze kan goed luisteren. Het is gewoon prettig.” Judith: “Dat vind ik ook. Ik kom hier puur voor de gezelligheid.”
Het geeft Judith een goed gevoel dat ze iets voor Loes kan betekenen. “Ik laat haar weten dat ze ertoe doet. Door samen iets te doen kan ik haar een leuke ochtend of middag bezorgen. Dat vind ik zinvol. Als je iemand anders leven leuker kan maken, word je eigen leven ook leuker.” Loes vult lachend aan: “Maar ik vind het ook wel mooi dat je één keer in de week langskomt. En nog niet vaker.” Judith: “Ja, ze zei ook een keer dat ze het fijn vindt dat ik na 1,5 uur weer weg ga. Ze was verbaasd dat ik niet beledigd was, maar ik kan daar juist om lachen. Ik merk aan zoveel dingen dat ze het fijn vindt dat ik er ben. Laatst belde ze me op. Dat is een grote stap en een blijk van vertrouwen. Dat heb ik toch bereikt binnen een jaar.”
Een van de mooiste herinneringen is Kerst. “Mijn man heeft ook iemand met dementie onder zijn hoede. Met Kerst hebben we onze maatjes uitgenodigd. Ik had de tafel mooi gedekt en lekker gekookt. Dat vonden ze echt geweldig. Het is zo mooi dat je door gezellig samen zijn iets voor elkaar kan betekenen. We hebben die avond zoveel gelachen.” Loes: “Het was fantastisch.”
Judith raadt anderen zeker aan om maatje te worden. “Ik vind het fijn dat ik iemand blij kan maken. Het geeft veel voldoening. Maar je moet het wel zelf leuk vinden. En de match moet kloppen.” Loes: “Wij hebben ook veel dingen gemeen. We lachen om dezelfde dingen. Dat waardeer ik in haar. En ze blijft maar komen, ze houdt vol.” Judith: “Ik ben ook helemaal niet van plan om te stoppen. Ik word er blij van als Loes blij wordt dat ik kom. Zo eenvoudig is het. We hebben er allebei baat bij. Dat is toch prachtig? Ik zal er altijd voor Loes zijn.”